Naber Saluut

From Cornelis Drebbel
Jump to navigation Jump to search

 "Sluit U aan bij het Drebbel-Genootschap"
'een saluut aan Henri Adrien Naber'

 Over Cornelis Drebbel ( 1572 Alkmaar-1633 Londen) is al heel wat geschreven. Soms positief, vaak in negatieve zin. Er zijn uitgesproken bewonderaars geweest van Drebbel's doen en laten; en vele criticasters. In England en de USA is Drebbel bekend en wordt hij gewaardeerd. Zijn geboortestad Alkmaar had tot voor kort geen enkele interesse in de man. In het boek ‘Geschiedenis van Alkmaar wordt hij niet genoemd. In Nederland dreigde Drebbel in de marge van de geschiedenis te blijven hangen. Werd -ten onrechte- ingedeeld bij de Middeleeuwse alchemisten, kunstenmakers en charlatans. Na Drebbel’s verkiezing in 2013 tot Alkmaars’ grootste burger, is het tij in Nederland en Alkmaar gekeerd.

Begin vorige eeuw werden serieuze pogingen ondernomen tot eerherstel van Drebbel. Met name door Henri Adrien Naber (Zwolle 1867 - Soest 1944) [1] natuurkundige, wetenschap-historicus, zoon van Samuel Adrianus Naber, hoogleraar Griekse en Romeinse letteren en oudheden, en Anna Elizabeth l'Honoré. Henri Naber had anarchistische neigingen, bewonderde Tolstoj en Kropotkin en heeft voortdurend conflicten met zijn leermeesters. Hij bestudeert allerlei onderwerpen zoals meetkunde en mystiek, het theorama van Pythagoras, de Egyptische piramiden, Isis en Osiris, geheimen der gotiek en roosvensters in gothische kathedralen, kabbalistiek. En de sirene [2], volgens Naber ‘hét muziek-instrument van de 20ste eeuw'. Hij geeft lezingen,  praatjes op de radio en proefconcerten met de sirene en publiceert.

 

Naber-radiouitzending- 1924.jpg

In de periode 1894-1897 verblijft Naber in Londen, bezig met zijn promotie studie. Daar raakt hij gefascineerd door Drebbel “werkende voor de invoering van een toestel, dat vroeger zekere onvolkomen-heden vertoonde, maar waarvan het beginsel mij gezond had geleken en dat ik mij dus gezet had om te verbeteren”.

Op dinsdag 25 juni 1901 promoveert Henri Adrien Naber tot Doctor in de Wis- en Natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn proefschrift: De Stereometer. Stelling IV: "Cornelis Drebbel was (150 jaar voor Scheele en Priestley) volkomen vertrouwd met de zuurstofbereiding in het groot. Hij kende hare rol bij de ademhaling en de quantitatieve samenstelling der lucht".

 Tijdens zijn onderzoek in Londen ontdekt Naber het werk van Drebbel en zijn activiteiten op het gebied van meten en regelen en luchtdruk. Drebbel’s status; verguisd en vergeten in Nederland. Naber zal dat onrecht aan de kaak stellen en zorgen voor eerherstel van de nagedachtenis van Drebbel. Hij benadrukt het belang van Drebbel voor de wetenschappelijke ontwikkelingen in zijn tijd en ver daarna. Valt de veroordeling van Drebbel door de Koninklijke Akademie van Wetenschappen aan, die in 1853 Drebbel 'te licht' hebben bevonden:" Het zou te ver leiden om ons minder gunstig oordeel over Drebbel met bewijzen te staven; maar hij is oneindig verre achter te stellen bij zijne tijdgenoten Galileï en Kepler" [3]

 
Dr. Naber verdiept zich in de bezigheden en geschriften van Drebbel. Hij betwist de redenen voor de verwerping van Drebbel door de officiële wetenschap en draagt bewijzen aan, die Drebbel's verdiensten in een ander daglicht moeten stellen. Hij schrijft allerlei belangrijke vondsten aan Drebbel toe, maar onderbouwt zijn betoog niet met harde feiten. In 1904 publiceert Naber een uitvoerig aan Drebbel gewijd artikel in het blad Oud-Holland [4]: Een oproep tot eerherstel van het genie Cornelis Drebbel. Alle misverstanden, die geleid hebben tot de onderwaardering en verguizing van Drebbel worden weerlegd. In 1905 wordt dit artikel als boekje uitgegeven door de ‘Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur te Amsterdam' in de reeks Wereldbibliotheek. De titel " De Ster van 1572" verwijst naar een komeet in het sterrenbeeld Cassiopeia, die, in november 1572 aan Alkmaars' hemel verschijnt; het ‘voorteken’ voor een belangrijke gebeurtenis: de geboorte van Cornelis

.

het Drebbel Genootschap

In 1925 wordt in Hoorn, door Naber en enige medestanders het Drebbel Genootschap opgericht met als doel: het eerherstel van Drebbel en reconstructie van de innovaties van Drebbel in de praktijk. Zoals de onderzeeboot tocht die Drebbel in maart 1620 ondernam, van de Towerbridge naar Greenwich.

Dr.H.A. Naber, van 1905 tot 1933 Leeraar Natuurkunde 5 R.H.B.S. in Hoorn, woont in het najaar van 1924 aan Gouw 14 aldaar. Het 'vluchtschrift', dat in september 1924 door Naber en een aantal medestanders wordt opgesteld, besluit  met volgende opmerkingen:[[File:]] " Mocht het ons gelukken hiervan iets te verwezenlijken, dan kunnen feestelijkheden zoals ik U beschreef, achterwege blijven; het kan in alle stilte gaan; maar ik meen U toch te mogen oproepen om een blijk van sympathie te zenden aan ons secretariaat. Gij ontvangt dan gratis wat wij van onzen voorraad drukwerkjes kunnen missen; gij zult daaruit zien dat wij voorstaan een volkomen rechtvaardige en nationale zaak; en dat wij in deze finantieel benarde tijden geen overmatige bijdragen verwachten. Uwe sympathie en medewerking is ons liever dan wat gij misschien kunt afzonderen. Zend die eventueele bijdragen echter niet aan mij, maar aan den Heer W. Brinck, firmant van de firma Schotter de Vries te Hoorn; de Heer Brinck verklaarde zich bereid voorloopig als penningmeester op te treden, en wel op uitnoodiging van onzen tijdelijken Voorzitter, den heer N.H. Bruins, Directeur der Normaallessen te Hoorn.

Dus goed begrepen? Brieven aan mij; gelden aan den heer W. Brinck, Koepoortsweg, Hoorn".

n.b. de Burgemeester van Alkmaar steunt dit initiatief met Fl. 2,50…

  Via de Nieuwe Hoornsche Courant van 17 en 19 februari 1924 doet Dr. Naber van zich spreken. Voor het dispuut gezelschap 'de Eenhoorn' te Hoorn verdedigt Dr. Naber de volgende stelling: Theorie: Practijk=Einstein:Drebbel

Tevens kondigt Dr. Naber dan zijn onderzee-bootplan aan. Om te bewijzen, dat Drebbel's onderzeeĕr werkelijk heeft gevaren, is hij van plan een soortgelijke boot te construeren. Wat kleiner dan de boot van Drebbel, die door circa 12 roeiers werd voortbewogen. De boot van Naber zal door 3 roeiers onderwater worden voortgestuwd. Dr. Naber zoekt sponsors om het benodigde bedrag van Fl. 500,-  bij elkaar te brengen. In een artikel in de Nieuwe Hoornsche Courant, wordt het onderzee-bootplan onder de aandacht gebracht, evenals 'de ruimhartige postwissel van de burgemeester van Alkmaar'.

 Dat Dr. Naber en zijn Drebbel-Genootschap nationaal weerklank vinden blijkt uit het feit dat hij in 1925 een voordracht over Drebbel houdt voor de radio. Deze voordracht wordt onder de titel 'De Hollandsche Archimedes' in de Hollandsche Revue van 24 april 1925 als overdruk door het Drebbel-Genootschap gedistribueerd. Dr. Naber eindigt zijn artikel met de volgende hartstochtelijke woorden:

'Ik dan eisch, na 300 jaar, in navolging van, en in naam van Constantijn Huygens, Heer van Zuylichem, voor Cornelis Jacobsz. Drebbel, uit Alkmaar, voor den Hollandschen Archimedes,..... een Eereplaats op te midden van de allergrootste genieen die zijn voortgebracht of nog zullen worden voortgebracht door Het Land van Rembrandt'.


Tijdens de tweede wereldoorlog probeert Dr. Naber de Duitse bezetters te interesseren voor de Germanen-zoon Drebbel. In 1943 wordt een postzegel met Drebbel’s beeltenis: 'een echt nationaal zegel', uitgegeven.

Het laatste geschrift van Dr. Naber is gedateerd Soestdijk, 29 juni 1943. Een 'Open Brief aan de Akademie van Wetenschappen, Trippenhuis, Amsterdam. Door middel van deze Open Brief brengt Dr. Naber een aantal, naar zijn mening nieuwe feiten betreffende Drebbel onder de aandacht van de Akademie.

 

Dr. Naber, groot en enthousiast Drebbelaar, aan het woord: "Verbijstering en jalousie, vrees voor toovenarij en zwarte kunst, en vooral de laatstgenoemde proeven, waren de oorzaak dat tegenstanders' Drebbel als satyrs of furien te lijf gingen. Terwijl een eerste duellist als Tycho Brahe, en een ongemakkelijk man als de zwartgallige Kepler, geheel werden gespaard, kreeg, tegenover Drebbel de laster vrij spel. Daarbij vergat men geheel dat zijn leven en werken stonden in het teeken van niet-weerstaan. Ofschoon een forsch zwemmer, ruiter en van goede statuur, versmaadde hij de verdediging door degen, vuist of tong. Hij was iemand als Leo Nikolajewitsch Tolstoi!

 Gefascineerd door zijn onderwerp verliest Dr. Naber -helaas- alle wetenschappelijke zorgvuldigheid uit het oog.

Jaeger.jpg

Prof. Dr. Frans Maurits Jaeger [5] (1877-1945) van 1909 tot 1943 hoogleraar anorganische en fysische chemie aan de Rijkuniversiteit Groningen, stort zich ook op Drebbel. Op basis van uitgebreid en systematisch onderzoek in binnen- en buitenlandse archieven en bibliotheken komt hij tot zeer negatieve konklusies over Drebbel. Hij haalt Dr. Naber's boekje en zijn stellingen over het wetenschappelijke belang van Drebbel, meedogenloos onder-uit in zijn in 1922 verschenen boek: 'Cornelis Drebbel en zijne Tijdgenooten'.

Jaeger veegt de vloer aan met werkwijze van Naber en stelt [6] nu een zuiver beeld te willen schetsen' aan de hand van nieuw en bestaand materiaal. Hij zegt letterlijk dat beeld wijkt echter, zooals blijken zal, van dat, hetwelk door den heer Naber gegeven is, in vele opzichten scherp af; maar toch meen ik, dat het tenslotte eene juistere en scherpere omlijning van Drebbel's waren geestelijken habitus biedt, dan deze op grond van Naber's voorstelling van den man, als van een in elk opzicht miskend uitvinders genie, ooit verkregen zou kunnen worden'.

In Jaeger’s boek worden Naber en Drebbel tot de grond toe afgemaakt. Het geschrift eindigt met een vernietigende uithaal naar Drebbel: "Op hem zijn de woorden van toepassing, die Bacon in 1607 in beschouwingen omtrent de beoefenaren der magia naturalis van zijne dagen,en omtrent hunne werken neerschreef [7]':"Ofschoon die (werken) meestal van dien aard zijn,dat ze ingesteld zijn om bewonderd te worden en voor de nieuwheid, hebben ze echter geen opbrengst of nut. Derhalve schijnt het mij toe dat al deze (werken) ofwel prijsgegeven moeten worden aan de vergetelheid ofwel moeten worden overgelaten aan de belangstelling van het volk (aan volksstudie),zolang de ware zonen der Wetenschap hun koers op iets anders richten."

Tot slot schrijft Jaeger: Inderdaad: ’de ware zonen der wetenschap hebben ten alle tijden een andere weg gevolgd,dan Drebbel gegaan is’.

 Het boek van Jaeger heeft tot gevolg dat Dr. Naber, met hernieuwde hevigheid, de strijd voor eerherstel van Drebbel voortzet. [[File:]]En, Jaeger’s vernietigende oordeel en konklusies worden snel achterhaald.

Drebbel en Francis Bacon hebben elkaar goed gekend. Wetenschaps historici, die het filosofische werk van Drebbels’ tijdgenoot, de staatsman, schrijver, jurist en filosoof Francis Bacon bestuderen, leggen een positieve relatie tussen Bacon en Drebbel. Francis Bacon, 1st Viscount St. Alban, (1561 – 1626), schrijft een indrukwekkend en omvangrijk oeuvre bij elkaar. In zijn boek Nova Atlantis, dat rond 1627 wordt gepubliceerd, geeft Bacon zijn visie op de ideale maatschappij. Een utopisch land; de vrome inwoners ‘verlicht’, hun wetenschappers werken aan vooruitgang voor het algemeen belang, doen systematisch onderzoek over uiteenlopende onderwerpen, delen hun ervaringen en vindingen met andere wetenschappers. De onderzoek activiteiten zijn georganiseerd in Salomons huis [8], een humanistische universteit, die zich met pure en toegepaste wetenschappen bezighoudt, waar empirisch onderzoek wordt uitgevoerd. Doel: het leven van de mensheid al op aarde te verbeteren.

Drebbel’s innovaties sluiten opvallend vaak bij dit gedachtengoed aan. 

Huygens.jpg


Constantijn Huygens (1608-1687)

Constantijn Huygens maakt op jeugdige leeftijd een aantal reizen naar Londen. Begin december 1621 vertrekt Huygens opnieuw naar Londen als lid van het gezantschap van François van Aerssen. Ruim een jaar duurt zijn verblijf. In januari 1623 is hij terug in de Nederlanden. In Engeland ontmoet Huygens ondermeer Drebbel en komt hij in aanraking met de ‘new science’; de natuurwetenschappen en optica, volgens Huygens ‘het edelste onderdeel van de wiskunde’. Uit zijn autobiografie blijkt hoe belangrijk hij zijn kontakten met Drebbel vond. Het eerste deel van zijn autobiografie sluit Huygens af met een opgewonden verhaal over wat hij zag met de microscoop van Drebbel: een nieuwe wereld. Ook schrijft hij een enthousiast verhaal over de camera obscura en telescoop die hij van Drebbel koopt. In zijn autobiografie bekritiseert hij de bestaande wetenschappelijke situatie, die geen progressie kent en gebaseerd is op de leer van Plato en Aristoteles. Huygens toont zich een voorman van de ‘new science’. Hij schrijft [9] ‘de belangrijkste kritiek daarop is in mijn tijd geleverd door twee mensen, tegen wie ik hoog heb opgezien. Dat zijn Francis Bacon, tot voor kort kanselier van Engeland, en een Hollander van heel andere stand maar van dezelfde geniale aanleg, Cornelis Drebbel’

Huygens ontmoet Bacon een aantal malen in zijn diplomatieke hoedanigheid. Bacon’s ‘arrogante verwaandheid en geaffecteerdheid, absurde manier van voortschrijden en spreken en gesticuleren’ irriteren hem, maar doet geen afbreuk aan Huygens’ respect voor Bacon’s wetenschappelijke en filosofische werk.

Over Cornelis Drebbel zegt Huygens: ‘toen ik deze maan naast deze zon (Bacon) plaatste, had ik het oog vooral gevestigd op de fysica. Daarin had deze man uit het volk, een noordhollander, een burger van Alkmaar, het verbasend ver gebracht, zoals ik met eigen ogen heb kunnen constateren. Ik heb deze man namelijk in een intensief onderling verkeer goed leren kennen, en hij mij ook’.

Huygens, 1627 door Thomas de Keyser, National Gallery, Londen

Konkluderend: Jaeger maakt dezelfde fouten als als Naber; een gebrek aan objectiviteit ten aanzien van het onderwerp van studie. Naber is van belang als een van de weinigen die in de eerste helft van de 20e eeuw durfden in te gaan tegen wat hij beschouwde als het paternalisme en de zelfvoldaanheid van de gevestigde academische natuurwetenschap in zijn land [10].

 Waar Naber te ver doorslaat in zijn bewondering voor Drebbel, daar voert Jaeger Drebbel ten tonele als een idioot en oplichter, die in de sektor obscure alchemisten van zijn tijd thuishoort. Jaeger’s negatieve oordeel over Drebbel met een -tot slot- citaat van Bacon is volledig fout gekozen. Drebbel’s innovaties werden -juist- geinitieerd door Bacon’s pragmatische maatschappelijke visie en filosofie. In latere publikaties van een Nederlandse (Tierie, promotie onderzoek) en Engelse (Harris) schrijver, en de dissertatie van Vera Keller (Princeton University, 2009) wordt genuanceerd over Drebbel ge-oordeeld en komt Drebbel er zeer positief vanaf.

 Sinds 1980 is het Tweede Drebbel Genootschap actief. Hét Kennis Centrum voor de Drebbologie. De website www.drebbel.net geeft toegang tot vele artikelen en authentieke documenten met betrekking tot Drebbel. Zo kan iedereen nagaan, wat de betekenis van Drebbel was.



  1. K. van Berkel, 'Naber, Henri Adrien, Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994). | website
  2. 'Een Asschepoetster op muzikaal gebied', in Weekblad voor Muziek 8 (1901) 9-13
  3. Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 1853 I,pag. 64, sqq
  4. 4de aflevering, XXIIe Jaargang
  5. Biografisch Woordenboek van Nederland, www.historici.nl.
  6. pagina 7 en pagina 8
  7. "licetea (opera) fere hujusmodi (sunt),ut ad admirationem et novita 'detem,non ad fructum et utilitatem accomodata sint...'Itaque visum est (mihi),haec omnia vel oblivioni devovenda esse,vel popularibus studiis permittenda,dum veri Scientiarum filii alio cursum dirigant.'Vertaling: Floris Stehouwer
  8. Cornelis Drebbel en Salomon de Caus: Two Jacobean Models for Salomons House, by Rosalie Colie
  9. Constantijn Huygens, Mijn Jeugd; verzameling en toelichting: C.J. Heesakkers, 1987, Querido, pagina 126
  10. Biografisch Woordenboek van Nederland